Het Klein Vaarbewijs 1 heb je nodig wanneer met een boot harder kunt varen dan 20 kilometer per uur. Dit geldt uiteraard voor boten als speedboten, maar ook voor rubberbootjes die door een motor harder dan 20 km/u kunnen varen. Tevens is het Klein Vaarbewijs I verplicht voor jetski's, waterscooters en schepen die langer zijn dan 15 meter. Om het Klein Vaarbewijs I te halen, heb je kennis nodig over het weer, de werking van het roer en de schroef, de betonning en de reglementen.
Met het Vaarbewijs 1 mag je op kanalen, kleine meren en rivieren varen. Voor de grotere (binnen)wateren, zoals het Ijmeer, de Waddenzee en het Ijsselmeer heb je het Vaarbewijs II nodig. Het beste is om eerst het Klein Vaarbewijs I te halen, daarmee te oefenen en pas later voor het tweede vaarbewijs op te gaan. Het is namelijk erg veel als je dit in één keer moet doen. Om te oefenen voor de theorie kun je online cursussen volgen en oefeningen maken. Je krijgt dan vragen over scheepvaartreglementen, het Rijnvaartpolitiereglement, en meer.
Meer informatie over het examen, dat afgenomen wordt door VAMEX, lees je op onze pagina over het vaarexamen.